De ouderen van nu hebben door de huizenprijzenstijging in hun actieve levensfase, veelal een behoorlijk vermogen opgebouwd. Sinds 1 januari 2013 wordt dit vermogen naast de zogenaamde vermogensrendementheffing ook meegenomen bij de bepaling van de eigen bijdrage voor AWBZ-gefinancierde zorg. Op welke manier kan een slimme planning van vermogensoverdracht de eigen bijdrage helpen besparen?
Gevolgen wijziging eigen bijdrage
Doordat het vermogen vanaf 1 januari 2013 voor een groter deel (12%) wordt meegenomen bij de berekening van de eigen bijdrage voor zorg, kan de eigen bijdrage fors stijgen. In de praktijk heb ik al stijgingen van ruim 120% (tot ruim € 2.000 per maand) gezien. Omdat de exacte eigen bijdrage sterk afhankelijk is van de persoonlijke situatie, is het niet mogelijk om in zijn algemeenheid te stellen dat de eigen bijdrage met een x-percentage stijgt.
Problematische situaties
Het is in mijn ogen begrijpelijk dat er maatregelen genomen zijn om de voorzieningen die Nederland heeft betaalbaar te houden. De wijze waarop deze maatregel is vormgegeven treft sommige ouderen echter wel erg fors.
Zeker in situaties dat het vermogen met name bestaat uit onroerende zaken, kan het problematisch zijn de eigen bijdrage daadwerkelijk te betalen.
Het komt ook voor dat de langstlevende bij het overlijden van de partner al diens vermogen heeft gekregen met een schuld aan de kinderen. Omdat de eigen bijdrage uitgaat van het vermogen volgens de aangifte inkomstenbelasting kan het zijn dat de schuld aan de kinderen niet meetelt voor de bepaling van de eigen bijdrage, ondanks het feit dat de schuld er wel is.
Oplossingen?
Het is mogelijk om in het testament te bepalen dat, in het genoemde voorbeeld, de schuld van de kinderen opeisbaar wordt indien de langstlevende een eigen bijdrage verschuldigd is die gebaseerd is op het vermogen. Op die manier kan voor de bepaling van de eigen bijdrage aangesloten worden bij het werkelijke vermogen. Een opeisbare schuld wordt namelijk wel meegenomen in de aangifte inkomstenbelasting.
Schenken
Een alternatief kan zijn om actief vermogen te schenken aan de (klein)kinderen en op die manier het vermogen af laten nemen.
Indien schenking van vermogen (nog) niet gewenst is, dan kan ook gedacht worden aan het oprichten van een B.V. en daar het vermogen aan over te dragen. Het vermogen van de B.V. telt immers niet mee voor berekening van de eigen bijdrage. Sinds 1 oktober 2012 is het eenvoudiger om een B.V. op te richten omdat de eis van een minimumkapitaal van € 18.000 is komen te vervallen, zodat dit ook bij een relatief kleiner vermogen rendabel kan zijn.
Bij al deze oplossingen geldt wel dat het enige jaren duurt voordat het effect heeft, omdat de inkomensgegevens van twee jaar eerder worden gebruikt voor de berekening van de eigen bijdrage. Voor de eigen bijdrage voor het jaar 2013 wordt bijvoorbeeld uitgegaan van het inkomen 2011. Er is wel een mogelijkheid om bij een sterke daling van het inkomen een verzoek te doen om aanpassing van het peiljaar.
Conclusie
Door de wijziging van de eigen bijdrage voor AWBZ-gefinancierde zorg, loont het de moeite om te bekijken of het wenselijke en voordelig is om alvast vermogen over te dragen aan de volgende generatie. Een kritische blik op het testament is tevens aan te raden, zodat niet onnodig een hoge eigen bijdrage betaald wordt. Tenslotte kan ook een B.V. dienst doen om te zorgen dat het vermogen niet wordt meegeteld voor de bepaling van de eigen bijdrage. Ondanks dat ouderen zouden moeten genieten van hun welverdiende rust, kan het zeker rendabel zijn enig werk te steken in het plannen met hun opgebouwde vermogen.
via Plan je vermogensoverdracht voor het verzorgingshuis – ElsevierFiscaal.nl.